MIJN
STAMCAFE
Het
waren tochtige dagen in mijn stamcafé, terwijl de stuifsneeuw
langzaam naar binnenkroop om het uiteindelijk toch van de verenigde
warmte van een houtvuur en de cv te verliezen. Het werd langzamerhand
modderig op die paar vierkante meter eikenhout, die door de beheerder
steevast “de ren” werd genoemd. Hanen en hennen, het speelt zich
allemaal voor mijn neus af.” De tafeltjes waren steevast bezet door
studentikoze ouderen van de plaatselijke 50PLUS-afdeling met lap-tops
en stapels papier. En 6 krukken aan de koperen bar. Het café “Licht
in de Duisternis” was mijn stamcafé, omdat het de enige kroeg was,
die op loopafstand lag van mijn woning. Het huis lag in een gedeelte
van het oude centrum, dat om allerlei redenen, verstoken was van
menige voorziening. Geen pin-automaat, slechts 1 brievenbus, alleen
een biologische winkel, geen cafetaria of café. Er werd ook niet
gestrooid bij gladheid, waardoor allerlei gepensioneerden (m/v) soms
maanden aan huis waren gekluisterd.
“Licht
in de Duisternis” lag aan een sas, zijnde een sluis tussen zout en
zoet water en werd in het verleden bezocht door schippers, matrozen
en douaniers. De douaniers waren verdwenen en vervangen door
gepensioneerde huisartsen, machinisten en gemeente-ambtenaren. Het
rook, als de deur weer eens open vloog, naar zeewater en daar kreeg
je dorst van.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage