zondag 11 mei 2014

DE AVONTUREN VAN SIKKE:
DE NOORMANNEN KOMEN

1

Grootvader, vertel nog eens over Magnus.” Sikke stootte de oude man aan, die al een tijd in het vuur had zitten staren. “Alsjeblieft ...Luc heeft nog nooit van Magnus geho0ord!” en Sikke wees op de jongen naast hem, die met open mond naar de grijsaard opkeek. Deze bewoog zijn hoofd even, alsof hij bepaalde gedachten wilde afschudden. “Alsjeblieft, we zullen tot het einde luisteren.” Sikke stootte Luc aan, die driftig begon te knikken. Het was even stil, van buiten klonk het geblaf van honden en het gehinnik van paarden. Maar in de ruime hut was het stil. De enige andere aanwezige was een reusachtige wolfshond, die onder het bed lag te slapen.
De oude man stond op en liep kreunend naar de vuurplaats. “Mijn botten zijn versleten.”, zei hij tegen de jongens. “Dat krijg je van al die veldtochten en oorlogen. Veel paardrijden en op de koude grond bivakkeren, doen nu mijn botten kraken.” Hij boog voorzichtig voorover en pakte een drietal kommen. In elk liet hij een handje vol kruiden vallen en goot er vervolgens heet water op. De lucht van kamille vulde de ruimte. Grootvader bleef even gebogen staan en schepte toen handig de kruiden uit de thee. Met een beweging, die een jarenlange routine verried, gooide hij de inhoud op het vuur, waar de kruiden knetterend verteerden.
Sikke stond op en ging naast zijn grootvader staan en zei: “Ik breng de thee wel.” De oude man liep steunend naar zijn stoel, ging zuchtend zitten en ordende zorgvuldig de kussens. Toen Sikke de thee had geserveerd, ging hij naast Luc op een schapenvacht zitten, die van grootvaders stoel was afgegleden.
Aandachtig keken de jongens naar grootvader, die zwijgend in zijn thee tuurde. Het hout in de vuurplaats siste en gaf amper rook. De geluiden buiten waren verstomd. Blijkbaar waren er laat nog gasten gearriveerd. Maar iedereen zat nu ofwel in het gemeenschapshuis
of bij de familie. Deze woonden dicht opeengepakt in hutten binnen een aarden omwalling, die verder met metershoge en brede heggen werd beschermd. In het midden stond een groot houten gebouw, dat als gemeenschapshuis en marktplaats werd gebruikt. Het was een van de weinige houten gebouwen en de eiken planken waren van ver aangevoerd en daardoor kostbaar en dus zeldzaam. De hut van grootvader lag aan de rand van het dorp en was gedeeltelijk in de aarden wal uitgegraven.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage